Genesis 27:5

SVRebekka nu hoorde toe, als Izak tot zijn zoon Ezau sprak; en Ezau ging in het veld, om een wildbraad te jagen, dat hij het inbracht.
WLCוְרִבְקָ֣ה שֹׁמַ֔עַת בְּדַבֵּ֣ר יִצְחָ֔ק אֶל־עֵשָׂ֖ו בְּנֹ֑ו וַיֵּ֤לֶךְ עֵשָׂו֙ הַשָּׂדֶ֔ה לָצ֥וּד צַ֖יִד לְהָבִֽיא׃
Trans.wəriḇəqâ šōma‘aṯ bəḏabēr yiṣəḥāq ’el-‘ēśāw bənwō wayyēleḵə ‘ēśāw haśśāḏeh lāṣûḏ ṣayiḏ ləhāḇî’:

Algemeen

Zie ook: Ezau, Izaak, Izak, Jacht, Jagers, Rebekka

Aantekeningen

Rebekka nu hoorde toe, als Izak tot zijn zoon Ezau sprak; en Ezau ging in het veld, om een wildbraad te jagen, dat hij het inbracht.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

רִבְקָ֣ה

Rebekka

שֹׁמַ֔עַת

nu hoorde toe

בְּ

-

דַבֵּ֣ר

sprak

יִצְחָ֔ק

als Izak

אֶל־

tot

עֵשָׂ֖ו

Ezau

בְּנ֑וֹ

zijn zoon

וַ

-

יֵּ֤לֶךְ

-

עֵשָׂו֙

en Ezau

הַ

-

שָּׂדֶ֔ה

in het veld

לָ

-

צ֥וּד

te jagen

צַ֖יִד

om een wildbraad

לְ

-

הָבִֽיא

dat hij het inbracht


Rebekka nu hoorde toe, als Izak tot zijn zoon Ezau sprak; en Ezau ging in het veld, om een wildbraad te jagen, dat hij het inbracht.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!